Na het laden van het wasgoed en wasmiddel, doe je de deur dicht en kies je een wasprogramma. Wanneer je op start drukt ,wordt de deur automatisch vergrendeld. Er wordt water via de slang van het zeepbakje naar de trommel gepompt. Het waterniveau stijgt en waardoor ook de luchtdruk in de trommel verhoogd. Als de druk hoog genoeg is sluit de drukschakelaar de watertoevoer af. De trommel begint met draaien en mengt het water en wasmiddel met je wasgoed. Ondertussen wordt het water op de ingestelde temperatuur gebracht. Wanneer het wasgoed schoon is wordt het water afgevoerd, waarna er schoon, koud water de trommel instroomt om de resten wasmiddel uit het wasgoed te spoelen. Als dat is gebeurd, wordt ook dit water afgevoerd en begint de wasmachine met centrifugeren; de trommel draait heel snel, zodat het overtollige water uit het wasgoed wordt gedrukt.